Stemmingswisselingen
Er was iets gebeurd, er waren misverstanden gerezen, fouten gemaakt,
en nu moesten plannen worden veranderd, last minute,
en daar hield hij niet van. Hij hield ervan als zijn leven in overeenstemming was
met zijn agenda. Het resultaat was onrust. Aan het bureau, waar hij
niet geacht werd te zitten, werkte hij niet. Hij zocht het internet af
met hoge intensiteit, maar met een laag bewustzijn. Het een leidde tot
het ander, niet zo zeer door het nemen van beslissingen, maar door het
niet nemen van beslissingen. Dat is wat het internet met mensen doet:
zij glijden erin,
en het neemt hen mee naar plekken.
Temidden van dat alles waren er ‘tranen’, niet zijn eigen tranen,
maar tranen op het scherm. De tranen waren stil en sereen, ze welden op en
gleden dan langzaam naar beneden; ze waren van een absolute
schoonheid.
Dat mocht zo zijn, maar de tranen werden niet geacht daar te zijn,
en hij werd niet geacht ze te zien.
Die nacht bleef de slaap uit. Zijn gedachten gingen rond in cirkels.
Het was als de laatste fase van een koorts. Beelden in zijn hoofd, gedachten
over de beelden, oordelen over de gedachten. Na een korte slaap in de
vroege ochtend werd hij wakker, en was de wereld als nieuw. De wereld was
fris, open, leeg, en moest opnieuw gevuld worden. Maar meer nog dan dat:
de wereld was fragiel. De hele weg naar de winkel
(hij had koffie nodig, en pindakaas, en biologische komkommer)
was hij zich bewust van de breekbaarheid van het leven. En toen hij later
die ochtend weer achter zijn bureau zat,
was alles mogelijk.